Dynamische food supply chain: 4x waarom dit steeds belangrijker wordt

Van weken met extreme droogte tot dagenlange plensbuien: de huidige druk op het klimaat leidt tot (extreme) wisselende weersomstandigheden. En dat heeft z’n weerslag op onze supply chain. Zeker wanneer je werkt in de voedselindustrie. Want voor iedere portie friet, diepgevroren verpakking groentemix of doos koeken een natuurproduct de basis. Daarom wint het inrichten van een dynamische supply chain binnen onze branche terrein. 

job.Title
Dynamische Food Supply Chain (2)

Dynamische supply chain, wat is het?

Een dynamische supply chain is een keten die op ieder moment van de dag volledig kan veranderen. In deze keten staat niks vast en plan je naar gelang de omstandigheden. Denk hierbij aan het aantal benodigde personen (aan de lijn), de aard van de werkzaamheden en middelen die je tot je beschikking hebt.

Waarom het steeds belangrijker wordt

Als Transportplanner bij aardappelverwerker Peka Kroef zie ik de behoefte aan een flexibele keten overal terug. Van het oogsten op een akker tot het afstemmen van de productiehoeveelheden. Hieronder deel ik vier redenen waarom het inrichten van een dynamische supply chain, voor de voedselindustrie, steeds belangrijker wordt.

De productie in onze fabrieken speelt in op de hoeveelheid die onze boeren kunnen oogsten. Bij overvloeden én tekorten ben je gebaat bij een dynamische supply chain.

Reden 1. Onvoorspelbare opbrengst

Natuurproducten laten zich niet sturen. Zeker producten die we in de buitenlucht verbouwen. De opbrengst per perceel baseren we voor bijvoorbeeld aardappelen op monsterafnames en historische data. Echter, het blijven schattingen. Doordat het vaak om grote oppervlaktes draait, zijn onder meer de hoeveelheid regen, de mogelijkheid tot beregenen en de grondkwaliteit van invloed op de daadwerkelijke opbrengst. En laten die twee door de wisseling van het weer steeds meer fluctueren.

De exacte opbrengst van de oogst? Dat blijft een indicatie. Zelfs een rij bomen langs de akker, waardoor er minder regen valt op het land, kan van invloed zijn op de oogstopbrengst van die strook.

Reden 2. Alle soorten en maten

Exacte cijfers over kwaliteit en maten? Die zijn er beperkt. Het blijft grotendeels een verrassing wat er uit de grond komt. De verwerking van aardappelen hangt samen met de kwaliteit en afmetingen van ieder product. Doorgaans vind je zeven (!) verschillende maten in iedere oplegger. Daarom kijken we per verwerkingsproduct wat we nodig hebben. En ik kan je vertellen; van aardappelpuree tot aardappelschijfjes, de verwerking hiervan richten we hier uiterst efficiënt in.

Reden 3. Piekperiodes vallen samen

In de maanden augustus tot en met oktober piekt de oogst voor belangrijke Nederlandse gewassen, zoals aardappelen, maïs en uien. Aan deze natuurproducten kleeft een houdbaarheidsdatum, klaar voor de oogst betekent klaar voor verwerking. Wacht je te lang? Dan is het niet meer bruikbaar.

In deze korte periode leidt dat tot een hoge vraag naar loonwerk. Om de werkdruk aan te kunnen, draait het oogsten tot laat in de avond door. Met die kennis in het achterhoofd kun je tijdig starten met het werven van (verschillende) soorten arbeidskrachten.

Klei- en zandgrond hebben andere eigenschappen. Daardoor kan je de opbrengst van je oogst verschillen tussen Nederlandse provincies.

Reden 4. Grenzen van moeder natuur

Moeder natuur kent geen land- of gebiedsgrenzen, zoals wij die aanhouden. Wanneer de oogst binnen een bepaald gebied tegenvalt, zoek je een andere oplossing. De kans dat je die vindt bij de akker van de buren is klein. Zij hebben immers onder dezelfde omstandigheden hun producten verbouwd.

Daarvoor hoef je niet direct naar het buitenland. Nederland is rijk aan diverse akkerbouwgronden. Zo ligt er in Zeeland meer kleigrond en rondom Odiliapeel meer zandgrond. Beide ondergronden gaan anders om met bijvoorbeeld neerslag, waardoor je het risico op een mislukte oogst spreidt.

Hoe speel je erop in?

De verschillende oorzaken voor een fluctuerend aanbod van grondstoffen, maakt dat je niet zeker bent van een standaard toelevering. De vraag van de fabriek kan dan helder zijn, je weet nooit precies of je aan die vraag kunt voldoen. Door in de volledige keten te zoeken naar oplossingen – van diverse akkerbouwers verspreidt over Nederland, verschillende verwerkingsopties en afstemming met de eindklant – ontstaat er flexibiliteit in de keten.